Vertaal
Vertalingen voor elkaar krijgen NL>DE
voor elkaar krijgen (ww.) fertigstellen (ww.) ; zustandebringen (ww.) ; zuendespielen (ww.) ; vollenden (ww.) ; vollbringen (ww.) ; schaffen (ww.) ; hinkriegen (ww.) ; hindeichseln (ww.) ; hinbiegen (ww.) ; beenden (ww.) ; fertigmachen (ww.) ; fertigkriegen (ww.) ; fertigbringen (ww.) ; erledigen (ww.) ; einseifen (ww.) ; durchsetzen (ww.) ; bewirken (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `voor elkaar krijgen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: bedingen
NL: bewerkstelligen
NL: fiksen
NL: fixen
NL: flikken
NL: klaarspelen
NL: lappen
NL: tot stand brengen